Boekweitpannenkoeken

Voor een snel, warm ontbijt: 7 geheimen om succesvol lekkere boekweitpannenkoeken te bakken.

1. Maal uw eigen boekweitmeel, tenzij je zeker bent dat je supermarkt vers meel verkoopt. Boekweitmeel is niet direct een bestseller, dus kans is groot dat je oud, muf meel koopt. Ideaal als je een bloemmolent hebt, maar ook makkelijk door het boekweit (waar de zwarte huid van verwijderd is alvorens te verkopen) gewoon in een blender tot allerfijne bloem te blenden.
2. Boekweit heeft geen gluten en maakt op zichzelf een zeer bros deeg. Meng daarom minstens 1 deel gewone witte tarwebloem met 2 delen boekweitmeel.
3. Meng het pannenkoekenbeslag met de hand met een garde. Traag kloppen geeft een meer elastisch deeg dat beter smaakt.
4. Laat het deeg 12 uur afgedekt rusten in de ijskast alvorens pannenkoeken te gaan bakken: dit is bovendien ideaal zodat je s’avonds het beslag kan maken en ’s morgens direct kan beginnen bakken.
5. Bak pannenkoeken altijd in een uiterst platte, goed warme gietijzeren of stalen pan: zeker niet in een tefalpan. Hoe lager de randen aan de zijkant van de pan, hoe makkelijker om de pannenkoeken om te draaien, zeker als je ze wil omhoog gooien om ze zo om te draaien.
6. Doe zo weinig mogelijk vetstof in de pan: (ik weet het: vroeger deed ik ook veel te veel boter in de pan en bakte uiterst vette pannenkoeken…) Gebruik juist genoeg vetstof om een uiterst dun glanzend laagje vet op de bodem te hebben. Dit gaat ideaal door met een stuk vet spek of spekzwoerd over de bodem van de warme pan te wrijven. Wat ook werkt is een prop katoen of keukenrol in olie of gesmolten boter te dompelen en hiermee de bodem van de pan in te wrijven. Tenslotte kan je ook een kleine, ronde aardappel halfdoor snijden, op een vork prikken, in gesmolten boter dompelen en hiermee de bodem in te vetten. De bedoeling is dat je geen vet ziet bewegen op de pan, maar net genoeg zodat de bodem van de pan glanst.
7. Doe het beslag in de pan en raak de pannenkoek pas aan als de bovenkant bijna gaar. Dit gaat natuurlijk in tegen ieders kookinstinct: je bent bang dat de pannenkoek gaat aanbakken en wil direct je spatula tussen de pan en de pannenkoek steken om aanbakken te verhinderen. Jammer genoeg zal je nu de nog natte, brosse pannenkoek breken, wat zou vastgebakken zijn ga je nu zeker niet meer loskrijgen en het resultaat is gewoon een ramp. De bedoeling is geduldig te wachten tot de bovenkant van de pannenkoek droog is. Nu is je pannenkoek sterk genoeg om niet te breken als je er met een mes of spatula rond en onder gaat steken. Bovendien zal de pannenkoek sterk genoeg zijn om zonder te breken los te rukken op de plekken waar hij wel tegen de bodem van de pan geplakt is (als dat al het geval zou zijn want een goed ingevette, propere gietijzeren pan bakt niet aan).

Vers gemalen boekweitmeel in een bloemmolen.

Ingrediënten voor superdunne boekweitpannenkoeken

Wil u dikkere pannenkoeken, gebruik dan in onderstaand recept (bijvoorbeeld 100 ml) minder water zodat het beslag minder uitloopt in de pan.

• 250 gram boekweitmeel-tarwebloem-mengsel met minstens 1 deel tarwebloem op 2 delen boekweitbloem bijvoorbeeld:
• verhouding 1 x 2 : 83 gram tarwemeel en 166 gram boekweitmeel
• verhouding 1 x 1 : 125 gram tarwemeel en 125 gram boekweitmeel
• 2 eieren
• 500 ml water (je kan het water ook vervangen met melk, karnemelk of bier, maar traditioneel werden boekweitpannenkoeken alleen gebakken met boekweitmeel en water, gebakken in een pan ingevet met spekvet)

Boekweitpannenkoeken bakken

1. Maal met een bloemmolen je eigen boekweitmeel of koop vers meel.
2. Zift de 2 bloemsoorten samen in een kom en voeg in 3 keer het water toe onder voortdurend roeren met een garde. Hierdoor heb je het minste kans op klonters. Je kan natuurlijk ook ineens alle ingrediënten bij elkaar gieten en ‘er het beste van maken’.
3. Klop de eieren liefst eerst los (tenzij je het beslag klopt met elektrische kloppers), voeg toe en
4. meng met de garde onder het deeg.
5. Zorg dat er geen klonters in de bloem achterblijven. (Als je de klonters er echt niet uit krijgt, ga er dan snel even met de staafmixer door.) Dek het beslag af met plastiekfolie en laat minstens 2 uur rusten in de koelkast.
6. Warm een koekenpan op een middelhoog vuur en vet in zodat de bodem een beetje glanst, bijvoorbeeld door met een stuk spek over de bodem te wrijven of met een doekje of keukenpapier in een beetje olie gedompeld.
7. Giet het beslag met behulp van een pollepel in 1 keer in de hete pan en beweeg met de pan zodat het deeg de ganse bodem van de pan bedekt. Wacht tot de bovenkant van de koek droog gebakken is alvorens met een dunne, houten spatel (geen metalen spatel in de pan, anders ontstaan er krassen en dat zorgt dan weer voor aanbakken) de randen los te maken en eventueel over de bodem te gaan onder de pannenkoek zodat de koek los is alvorens om te draaien. Wil je de pannenkoeken opgooien zorg er dan voor dat ze niet te dun zijn, anders heb je kans dat de pannenkoek half opvouwt in de pan in plaats van in zijn geheel om te draaien boven de pan. Begin met ervoor te zorgen dat als je met de pan walst, de koek niet aan de bodem plakt. Verplaats de koek dan naar de kant het verst van de steel van de pan door de pan schuin naar omlaag te houden.
8. Verplaats die kant dan snel omhoog in 1 scherpe beweging zodat de koek in de lucht vliegt
9. en omdraait. Al wat je dan nog te doen hebt is de koek op te vangen… Zorg dat je genoeg ruimte boven de pan hebt, onder een lage dampkap wil het wel eens mislukken wegens te weinig ruimte.
10. Laat de andere kant afhankelijk van de dikte (voor een dikke pannenkoek bijvoorbeeld een minuut) verder knapperig bruin bakken.

Boekweitpannenkoeken dien je op met bijvoorbeeld geraspte kaas en wat chilipeper of met gebakken spek, of met gekarameliseerde uien en omelet, of met fijngesneden bieslook en wat zure room. Je kan er ook een zoete topping overdoen zoals griessuiker, stroop of honing.