Laten we het even over Osso Bucco hebben…
Dit is niet zomaar stoofvlees. Nee: dit is hét Italiaanse stofpotje dat je keuken zal vullen met een geur van zuiderse gezelligheid.
Oorspronkelijk een recept uit Milaan. ‘Osso Bucco’ betekent letterlijk: ‘bot met een gat’. Klinkt minder chic dan het smaakt… Want dat gat in de schenkelschijf herbergt heerlijk merg, dat tijdens het stoven smelt en de saus een fluweelzachte diepte geeft.
Klassiek alleen gekruid met kaneel, gremolata en laurier, maar dezer dagen vooral op smaak gebracht door tomaten, wortelen, selder en ajuin, dikwijls zelfs zonder gremolata en in de lage landen traditioneel met wat prei erbij.
Traditioneel wordt dit gerecht geserveerd met een zonnige gremolata en een romige risotto alla Milanese, maar aardappelpuree doet het wat mij betreft in de Belgische keuken nog beter. Risotto alla Milanese is een met saffraan gekleurde risotto, bereid met mergpijp runderbouillon, spekvet en kaas. Lees hier verder voor allerlei tips zodat jij een lekkere bouillon zal trekken met zeer goedkope ingredienten.
Zin om aan de slag te gaan? Hier is een foolproof Osso Bucco recept waarmee je gegarandeerd indruk maakt!

Zo maak jij de perfecte Osso Bucco - Met citroengremolata
Ingredients
Voor de Osso Bucco:
- 4 kalfsschenkels
- Een flinke scheut olijfolie
- 2 ajuinen
- 2 knoflookteentjes
- 4 stengels bleekselderij
- 3 wortelen
- Een glas droge witte wijn of kippenbouillon/blanke fond als je geen wijn gebruikt
- Een kruidentuiltje met minstens tijm en laurier
- 1 fles 700 g tomatenpassata
- 4 grote rijpe tomaten
- Peper en zout
Voor de citroengremolata:
- Een handvol verse peterselie
- De schil van 1 citroen of sinaasappel moest je alles in huis hebben behalve citroen
- 1 knoflookteentje
Instructions
- Pak een stevige stoofpot en verwarm een royale scheut olijfolie.
- Snijd de witte spier aan de zijkant van de schenkels in (dit voorkomt dat het vlees kromtrekt tijdens het bakken). Kruid ze met peper en zout.
- Bebloem de schenkels lichtjes, schud overtollige bloem af en bak ze goudbruin aan beide kanten. Haal ze uit de pan en zet even opzij.
- Haal de pot van het vuur zodat je op je gemak de groenten kan versnijden. Snijd de ajuin in kleine dobbelsteentjes. Plet de knoflookteentjes.
- Zet de stoofpot terug op het vuur en stoof er de ajuin met de knoflook in aan.
- Snijd ondertussen de selder (bladeren niet toevoegen!) en wortelen in kleine blokjes en voeg ze toe. Roer om en laat alles rustig even stoven.
- Leg het vlees terug in de pot. Giet ook eventueel braadvocht uit het bord terug in de pot! Giet de witte wijn erbij. Voeg het kruidentuiltje/builtje toe. Laat even inkoken.
- Voeg de tomatenpassata erbij. Laat alles lekker sudderen.
- Ontvel de verse tomaten (dompel even in kokend water, schrik dan in koud water), verwijder de zaadjes en snijd ze in blokjes. Zet even apart.
- Laat het vlees 2 tot 3 uur zachtjes pruttelen: tot het gaar en boterzacht is. Voeg dan pas de fijngesneden verse tomaat toe. Roer even om en laat even mee sudderen.
Gremolata maken
- Maak ondertussen de gremolata: hak de peterselie fijn, rasp de citroenschil en snijd de knoflook piepklein. Meng alles en proef. Zorg ervoor dat de citroensmaak niet overheerst en voeg desnoods veel meer peterselie en wat knoflook toe.
- Verwijder het kruidentuiltje uit de stoofpot, proef en kruid eventueel bij.
- Serveer met gremolata en een flinke lepel aardappelpuree.
Schrijf hier uw reactie...