Neem een stevige pot met dikke bodem en verwarm hierin een klont boter op een middelmatig vuur.
Pel de dikke, witte ajuin, snijd in zeer kleine stukjes en stoof aan in de boter.
Ondertussen schil je de wortelen en snijd in ronde schijfjes. Minder mooi maar sneller werken doe je als je de wortels in de lengte halfdoor snijd, de halve wortel nogmaals in de lengte half door snijden en de zo bekomen 4 "repen" naast leggen en dan in kleine blokjes snijden. Kleine, jonge worteltjes hoef je niet in stukken te snijden (mag wel natuurlijk).
Voeg de wortelblokjes bij de stovende ajuin en roer goed om.
Blus na een paar minuten aanstoven een beetje af met een klein scheutje water, zet het vuur op volle bak tot het water kookt. Zet dan het deksel op de pot en laat de groenten op een zeer zacht vuurtje beetgaar garen.
Als je vind dat de wortelen gaar genoeg zijn (al dente), doe je het deksel van de pot en glaceer je de wortelen met een flinke scheut vloeibare honing. Kruid met peper en zout.
Wacht tot al het vocht uit de pot verdampt is en bak dan nog enkele minuten verder onder voortdurend roeren.
Strooi een beetje gedroogde tijm over de wortelen of moest je verse tijm op je vensterbank hebben staan: rits de blaadjes van enkele takjes tijm, hak de blaadjes fijn en voeg toe aan de wortelen.
Sprenkel tenslotte een klein beetje ciderazijn, balsamico azijn of vers geperst limoen of citroensap over de wortelen en serveer.