Dop de verse erwtjes of neem diepvrieserwten.

Schil de wortelen met een dunschillertje en snijd in even dikke schijfjes of blokjes van een 4tal millimeter dikte: liefst alles even dik zodat ze alle gelijktijdig gaar zijn.

Neem een grote ui en snijd in stukjes.

Neem een stoofpot, smelt hierin de boter en stoof er de stukjes ajuin in aan met de laurier en de tijm. Roer goed om.

Als de ajuinen wat beginnen te bruinen, voeg je de wortelstukjes toe, strooi er wat peper over, een klein snuifje zout en wat suiker of roer er een lepeltje honing door. Bevochtig met water, bouillon, witte wijn of witbier, breng aan de kook, zet het deksel op de pot en laat de wortelen op een zeer klein vuurtje een 10tal minuten half gaar stoven.

Voeg dan de erwtjes toe, proef en voeg indien gewenst wat meer zoet toe en indien nodig meer vocht (als de pot droog zou zijn). Laat samen onder deksel verder een 5tal minuutjes garen. Voorgekookte diepvrieserwten voeg je pas toe als de wortelen beetgaar gekookt zijn.

Als de groenten gaar zijn proef je nogmaals, voeg indien nodig meer peper of zout toe, en besprenkel met fijngehakte peterselie en wat citroendruppels of supersnelle citroengremolata.